project

Meerdere faalmechanismen meten bij exitbeoordelingen

In dit bedrijfstakonderzoek maakt KWR een inventarisatie van aanvullende exitbeoordelingen die haalbaar en waardevol kunnen zijn bij reparatie of renovatie van drinkwaterleidingen. Exitbeoordelingen geven informatie over de conditie van de leiding en aanvullende informatie over het optreden van bepaalde faalmechanismen op een specifieke locatie.

In het vervangingsprogramma van distributieleidingen gaat veel geld om. De keuzes die hierin worden gemaakt moeten worden onderbouwd. Dit gebeurt met voorspellingsmodellen en conditiebepalingen. Bij een conditiebepaling wordt eerst de toestand van de leiding gemeten met behulp van een of meerdere meetmethoden. Om de conditie van de leiding vast te stellen wordt de gemeten toestand vervolgens vergeleken met de norm. De uitkomsten kunnen enerzijds dienen als bevestiging van genomen beslissingen en anderzijds de onderbouwing verbeteren van de toekomstige vervangingsprogramma’s door de informatiebasis van de voorspellingsmodellen te verbreden.

Conditiebepaling door het kennen van de degradatie

De momenteel uitgevoerde toestandsmetingen richten zich uitsluitend op de degradatiemechanismen ‘uitloging’ en ‘verpotloding’. Deze degradatiemechanismen leiden tot een afname van de buiswanddikte, waardoor spanningen in de buiswand bij gelijke belasting toenemen, mogelijk met het scheuren van de wand tot gevolg. Het kennen van de degradatie in de buiswand is dus belangrijk voor een conditiebepaling.

Daarnaast is het interessant of andere meettechnieken ingezet kunnen worden in een exitbeoordeling om het al dan niet optreden van overige faalmechanismen in kaart te brengen. Omdat tijd en middelen voor exitbeoordelingen beperkt zijn, zal de praktische haalbaarheid van technieken daarbij expliciet worden beschouwd.

Kwantitatieve fundering verbetert beslissingen

Extra informatie uit de uitgebreidere exitbeoordelingen stellen drinkwaterbedrijven in staat om beslissingen te verbeteren door ze kwantitatief beter te funderen. Binnen het vervangingsprogramma genomen beslissingen kunnen daardoor beter worden geëvalueerd en toekomstige keuzes kunnen daardoor beter worden afgewogen. Uiteindelijk verhoogt dit de impact van en het vertrouwen in de uitgaven van het vervangingsprogramma.

De extra informatie die zal worden verkregen uit de uitgebreidere exitbeoordelingen kan ook worden gebruikt om voorspellingsmodellen beter te valideren, wat weer bijdraagt aan het bovengenoemde.