project

Lood uit messing onderdelen – fase III

In dit project wordt het bemonsteringsprotocol van de Nederlandse drinkwatersector voor het tegengaan van loodconcentraties aan de tap onder de loep genomen. Met een aangescherpte loodnorm moet de prestatie van dit protocol onder de nieuwe condities worden beoordeeld en begrepen. Dit is mogelijk door het resultaat van het bemonsteringsprotocol te vergelijken met het resultaat van het reeds ontwikkelde model. Het onderzoek betreft fase III in dit traject, waarin wordt toegespitst op de toepassing van het model (ontwikkeld in fase I en tegen metingen vergeleken in fase II).

Aanscherping loodnorm drinkwater

Vanaf 2023 wordt de norm voor lood in drinkwater in de Nederlandse Drinkwaterregelgeving verlaagd van 10 naar 5 µg/L. Deze concentratienorm fungeert als een maximale toelaatbare dosis van lood, gerelateerd aan een wekelijkse inname.

Als gevolg van deze aanscherping van de norm, leeft bij de collectieve Nederlandse drinkwatersector de vraag of koperen leidingen met loodsoldeer en messingonderdelen tot overschrijdingen van de concentratienorm van 5 µg/L kunnen leiden. Een (aan de praktijk) gevalideerd model kan hier inzicht in verschaffen.

Validatie modelleringskader

Dit project bestaat uit de volgende activiteiten:

  1. Validatie model: bepaling van de geldigheid van het huidige modelleringkader.
  2. Schatting van het effect van messing onderdelen en loodsoldeer.
  3. Duiding van het protocol: kan met behulp van het blootstellingsmodel meer informatie uit de meetresultaten worden gehaald?
  4. Modelleren van lood en monstername in kindlocaties (kinderdagverblijven en lagere school).

Toepassing van het model

Het model wordt toegepast bij de volgende situaties:

  1. Simuleren van loodconcentraties aan de tap door verschillende loodafgevende onderdelen en bij verschillende huishoudens. Hiermee zijn zowel de wekelijkse blootstelling als verwachte waarde bij een groot scala aan monsternameprotocollen te berekenen.
  2. Een uitspraak over de bijdrage van messing onderdelen en loodsoldeer aan de normoverschrijding. Dit onderdeel is specifiek gericht op woningen. Daarbij wordt ook een gelaagde bouw van vier appartementen met één stijgleiding gemodelleerd. Dit levert een indicatie op van de noodzaak om leidingen met loodsoldeer actief op te sporen en te verwijderen.
  3. Een duiding van de resultaten van het nieuwe monsternameprotocol. Welke duiding mogelijk is, hangt mede af van de vorm van het uiteindelijke protocol en van de metingen door de waterbedrijven. Ook dit onderdeel is met name gericht op woningen.
  4. Ook kindlocaties (kinderdagverblijf en lagere school) zouden gemodelleerd kunnen worden.

Dit project streeft ernaar om het bemonsteringsprotocol voor lood dat door de Nederlandse drinkwatersector is gekozen te evalueren en te duiden. Zo kan worden geleerd of dit protocol voldoet aan de wensen van de sector en of het genoeg handelingsperspectief biedt. Bij een goede prestatie van het protocol is het prima voor de sector om het protocol te gebruiken, het model kan deze uitkomst dan uitleggen. Maar wanneer het protocol slecht presteert, is de modellering bruikbaar om de zwakke punten van het protocol te identificeren en te begrijpen, zodat – buiten de scope van dit project – het protocol verder kan worden verfijnd.