Blog

WiCE Bijeenkomst ‘Routes naar een circulaire economie’

Is de watersector te specialistisch, te rolbewust, te braaf, te lief of te lui?

Op 11 april bezocht een diverse groep van veertig experts op het gebied van bronbescherming, waterkwaliteit, wetgeving, strategieontwikkeling, belangenbehartiging en beleid het PWN Bezoekerscentrum ‘De Hoep’ voor een bijeenkomst van het collectieve onderzoeksprogramma Water in de Circulaire Economie (WiCE). De deelnemers kwamen uit Nederland en Vlaanderen en van verschillende soorten organisaties. Aanleiding was de afronding van het project ‘Circulair Water 2050’ over routes naar een circulaire waterketen.

Een belangrijke bevinding van project ‘Circulair Water 2050’ betreft de periode van erfenis waarin (tijdelijke) uitbreiding van zuiveringen voor drinkwater en rioolwater onvermijdelijk is om de kerntaken te vervullen (Figuur 1).

Figuur 1: backcasting van een circulaire waterketen in 2050 laat zien dat we nu te maken hebben met onwenselijke maar onvermijdelijke uitbreiding van zuiveringen voor drinkwater en rioolwater.

Uitbreiding van zuiveringen is onwenselijk omdat “end-of-pipe” oplossingen niet samengaan met een  Circulaire Economie. In zijn presentatie liet Bas Nanninga (Unie van Waterschappen) zien hoe systeemverandering (‘Refuse’, ‘Reduce’, en ‘Redesign’ maatregelen) nodig is om het waterbeheer vol te kunnen houden. ‘Recycle’ en ‘Recover’ maatregelen (terugwinning en hergebruik) krijgen nu veel aandacht en zijn belangrijk, maar ontoereikend. De waterschappen zien de noodzaak van systeemverandering en beschouwen de route naar een circulaire waterketen als een grote transitie.

Bas Nanninga.

Extra zuivering onvermijdelijk

Uitbreiding van zuiveringen staat haaks op het EU-beleid: de Kaderrichtlijn Water (KRW) schrijft voor dat de waterkwaliteit zodanig moet zijn dat een eenvoudige zuivering volstaat om er drinkwater van te maken. Extra zuiveringsstappen passen ook niet bij de klimaatdoelen, omdat de extra inspanningen een grotere klimaatvoetafdruk opleveren. Aan de andere kant gebruikte Koen Zuurbier (strategisch adviseur drinkwater PWN) PFAS als voorbeeld om te laten zien dat extra zuiveringsinspanningen onvermijdelijk zijn. Een 95% reductie van PFAS in de hoofdbron van PWN, het IJsselmeer, zal sowieso meer dan twintig jaar kosten. De periode van erfenis is dus een feit. Dit betekent een grote aanpassing van bestaande installaties en brengt enorme kosten met zich mee.

Koen Zuurbier.

Recht en waterkwaliteit

In een Circulaire Economie is het niet mogelijk om de kosten voor extra zuiveringsstappen en bescherming van de waterkwaliteit bij de drinkwaterconsument en de belastingbetaler neer te leggen. Dit rijmt immers niet met het EU-milieubeginsel ‘de vervuiler betaalt’ en de verantwoordelijkheid van producenten, zoals in de Europese Green Deal 2050 staat beschreven. Keynote speaker Prof. Dr. Marleen van Rijswick (Universiteit Utrecht) gaf de deelnemers veel nieuwe inzichten over hoe het recht bij kan dragen aan een billijk en duurzaam beheer van waterkwaliteit en een rechtvaardige verdeling van de kosten die daarmee gepaard gaan. Resultaatsverplichting maakt de KRW een krachtig instrument. En wat betreft de voortgang op de KRW-doelen staat Nederland er slecht voor: zelfs de meest extreme maatregelpakketten zijn ontoereikend voor 2027, en doelverlaging zal geen soelaas bieden. In tegenstelling tot wat we wellicht hebben gehoord tijdens de verkiezingen afgelopen maart gaat het Europees recht voor het nationaal recht. Prof. van Rijswick liet bovendien zien hoe de KRW expliciet voor waterzuivering ingaat op een rechtvaardige verdeling van de kosten.

Marleen van Rijswick.

Samenwerken tijdens de workshop.

Workshop backcasting

Tijdens het middagprogramma van de WiCE Bijeenkomst gingen de deelnemers in subgroepen uiteen om verschillende routes te verkennen naar één stip op de horizon: de vervuiler betaalt vanaf 2030 de onvermijdelijke extra zuiveringsstappen. Deze kosten zijn natuurlijk maar een klein deel van het vraagstuk en betreffen niet eens andere kosten, zoals milieuschade. Maar voor de backcasting methode is een duidelijk uitgangspunt vereist. De bijeenkomst was ook bedoeld om deelnemers te laten kennismaken met deze methode. Tijdens de slotdiscussie werd geconcludeerd dat backcasting een zeer nuttige methode is – zeker als je de stakeholders betrekt bij het bepalen van de gewenste route.

Maatschappelijk debat

De slotdiscussie leverde bovenal een aantal toekomstperspectieven voor de watersector. De deelnemers waren nog niet uit of we als watersector te specialistisch, te rolbewust, te braaf, te lief of juist te lui zijn. Door zelf de extra zuiveringsinspanningen te regelen en de kosten door te spelen naar de burger, geven we echter wel impliciet voorrang aan bepaalde waarden en belangen boven anderen. De deelnemers waren het erover eens dat een nieuwe aanpak nodig is. Om te beginnen door inzichtelijk te maken wat het verschil is tussen (1) de eenvoudige drinkwaterzuivering waar we (volgens EU-wetgeving) naartoe willen en (2) de geavanceerde zuivering die onvermijdelijk is door onder andere PFAS. Hoeveel gaat het kosten om dit tijdelijke verschil te realiseren? Door dit inzichtelijk te maken kunnen we het gesprek over morele afwegingen beter voeren. Tegelijkertijd moeten we voorkomen dat de prijs een vrijbrief wordt om te vervuilen. Bij de deelnemers leefde het sentiment dat de watersector juist het maatschappelijk debat moet organiseren over deze kosten: laat de dilemma’s zien en maak het besluit politiek.

De backcasting en slotdiscussie gaven verder aanleiding tot een tweede actieperspectief: breng als waterbedrijven en waterschappen alle lozingsvergunningen beter in beeld, vanuit strategisch perspectief. En dien een verzoek in tot aanscherping van de vergunning als door een lozing extra zuiveringsinspanningen nodig zijn. Aanscherping en uitfasering van vergunningen zijn echt nodig om de Circulaire Economie werkelijkheid te maken. De Omgevingswet biedt veel ruimte, maar geen garanties voor verbetering van waterkwaliteit. Dus waterorganisaties zullen deze ruimte proactiever moeten benutten, omdat ook andere belanghebbenden meer ruimte krijgen. Ook handhaving wordt steeds belangrijker de komende jaren; in de wet dit een plicht. Als laatste spraken de deelnemers over de bronaanpak en de toelating van stoffen. Stoffen als PFAS moeten we voorkomen in het milieu. Daar was iedereen het over eens. Maar om de transitie op gang te brengen zijn de eerste drie stappen: (1) maak de kosten van extra zuiveringsinspanningen inzichtelijk, (2) herzie de lozingsvergunningen, en (3) organiseer maatschappelijk debat.

delen