Nieuws

Praktijkcodes Drinkwater: van onderzoek naar uitvoering

BTO Impactverhaal

Om meer eenduidigheid te krijgen in de bedrijfsvoering van drinkwaterbedrijven, werkt KWR samen met de sector aan de Praktijkcodes Drinkwater. In deze codes is wetenschappelijk onderzoek uit het Bedrijfstakonderzoek (BTO) vertaald naar praktische richtlijnen. “We zijn een stel gedreven ‘uitzoekers’ die onderzoeksopbrengsten verwoorden naar praktische richtlijnen”, zegt Martin Meerkerk, senior onderzoeker bij KWR.

Rond de eeuwwisseling werd de roep in de drinkwatersector steeds groter om praktische kwesties rondom de aanleg, het onderhoud en beheer van drinkwaterobjecten uniform te regelen. Voor die tijd was die taak toebedeeld aan de brancheorganisatie van de drinkwaterbedrijven (Vewin). Totdat Vewin transformeerde in een lobby-organisatie, naar Den Haag verhuisde en er een vacuüm ontstond voor een nieuw initiatief. Twee drinkwatercollega’s richtten in 2003 het Platform Bedrijfsvoering op, waaruit de Begeleidingsgroep Praktijkcodes ontkiemde. Het draagvlak was direct groot; alle Nederlandse drinkwaterbedrijven deden mee. Sinds 2014 is ook het Belgische drinkwaterbedrijf Pidpa aangehaakt. Inmiddels zijn er zo’n dertig codes uitgewerkt.

Drinkwatertraject

“In 2008 kregen we budget van de drinkwaterbedrijven en konden we aan de gang”, vertelt Martin Meerkerk – mede-oprichter van de Begeleidingsgroep Praktijkcodes en met een 35-jarig dienstverband een KWR-coryfee. “De codes zijn vooral gericht op meer harmonisatie binnen de Nederlandse drinkwatersector, om efficiënter te werken en om te voldoen aan regelgeving. De winning, behandeling, transport, distributie, opslag: het hele drinkwatertraject komt aan bod.” Elke bijeenkomst van de groep – die vier keer per jaar plaatsvindt – bevat een centraal thema. Verder ontstaan onderwerpen organisch. Door een vraag uit de praktijk of door een signaal vanuit KWR. Brandkranen, putten, storingsregistratie, permeatie: bij elk onderwerp oordeelt de Begeleidingsgroep of er genoeg voeding is voor een nieuwe code.

Klimaatneutraliteit

Een voor een wordt een lijst met potentiële codes afgewerkt. Een nieuw onderwerp? Dan tuigen de leden van de Begeleidingsgroep werkgroepen op, waarin experts van KWR en drinkwaterbedrijven een zetel krijgen. Tessa van den Brand – van origine bioprocestechnoloog bij KWR en sinds anderhalf jaar Meerkerks rechterhand – zit onder andere in de werkgroep klimaatneutraliteit. “Tijdens een bijeenkomst kwam naar voren dat we het transport van een waterbedrijf, verantwoordelijk voor zo’n 20 procent van de CO₂-uitstoot, graag wilden duiden. Dan ga je kijken of er al onderzoek is gedaan en hoe je dat in een code kan gieten.” De groep put namelijk uit onderzoeken die het KWR in het verleden uitvoerde in samenwerking met de drinkwaterbedrijven. Er wordt (bijna) geen nieuw onderzoek uitgevoerd. Voor de groep ligt de focus op het toepassen van kennis.

“De implementatie van onderzoeksopbrengsten uit het Bedrijfstakonderzoek is vaak een heikel punt”, vertelt Meerkerk. “We kennen de slogan ‘kennis krijgt pas waarde als je er iets mee doet.’ Als KWR heb je een onderzoekende rol, trek je conclusies en doe je aanbevelingen. Soms is het de vraag of er ook iets mee gedaan wordt. Het is een mooie uitdaging om samen met de drinkwaterbedrijven de codes naar de praktijk te brengen.” In een werkgroep wordt alle relevante informatie samengevoegd tot een handzame praktijkcode. Een code als klimaatneutraliteit moet een strak naslagwerk zijn voor de watersector. Wil een waterbedrijf een CO₂-reductie bereiken van tien procent? Dan wijst de praktijkcode uit hoe dat te realiseren is.

Vijfjaarsrevisie

Van den Brand: “Je ziet dat drinkwaterbedrijven hoge ambities op klimaatgebied hebben. Onderling vergelijken ze elkaar. Soms roept een bedrijf dat ze vijf procent reductie hebben gerealiseerd. Is dat dan ook vertaalbaar naar de ander? Om daarachter te komen is het de bedoeling om systeemgrenzen neer te zetten en de terminologie te verklaren, zodat je over hetzelfde praat. Dat is bij milieu best wel ingewikkeld, want daar kun je honderden keuzes in maken.” Omdat sommige thema’s snel bewegen, hanteert de groep een ‘vijfjaarsrevisie’. “Het klimaat is volop in ontwikkeling. Er komt ongeveer elke twee jaar een IPCC-rapport uit wat de boel lekker doet schudden. Om relevant te blijven moet zo’n code up-to-date blijven.”

Hoewel een drinkwaterbedrijf een autonoom bedrijf is en de richtlijnen niet bindend zijn, is het draagvlak in de sector groot, vertelt Michiel Helgers, voorzitter van de Begeleidingsgroep Praktijkcodes en technisch account manager bij Dunea. “Ons werk wordt serieus genomen. Niet voor niets krijgen we ruim budget van de drinkwaterbedrijven om de codes te realiseren en te actualiseren.” Gemiddeld trekt de groep minimaal een jaar uit voor een code, zoals dat ook gebeurde bij het onderwerp hygiëne – een richtlijn die als verlengstuk is opgenomen in de wet- en regelgeving voor drinkwater. “De overheid vond het een goed document en wilde daar verder mee. Daar staat bijvoorbeeld in hoe een leiding gespoeld en gedesinfecteerd moet worden. Maar ook hoe snel je een monster mag nemen na een storing. Alles wat relevant is, nemen we mee.”

Europese norm

Ook de praktijkcode voor drinkwaterleidingen buiten gebouwen is intussen gemeengoed bij ten minste twee drinkwaterbedrijven. “Die code is gebaseerd op een bovenliggende Europese norm”, zegt Meerkerk. “Daarmee is de code eigenlijk een nationale richtlijn geworden. Ik bepleit al jaren dat deze code eigenlijk hét kwaliteitshandboek zou moeten zijn van de Nederlandse drinkwaterbedrijven voor het onderdeel transport en distributie. Op die manier heb je een prachtige route qua regelgeving. Je gaat van Europees niveau naar nationaal en uiteindelijk naar bedrijfsniveau. De Europese norm wordt dit jaar geactualiseerd, waardoor wij de richtlijn ook zullen actualiseren. Zo houden we de code op Europees niveau.”

Hoewel de groepsleden pal achter de codes staan, blijft het soms zoeken naar de verbinding met uitvoerende medewerkers van de drinkwaterbedrijven. Door werkgroepen te mobiliseren met werknemers die met hun ‘voeten in de klei’ staan, hoopt de groep dat de codes zich als een olievlek verspreiden. Tegelijkertijd worden er handzame werkboekjes gefabriceerd voor deze groep. Helgers: “Het idee is dat deze boekjes bij werkoverleggen worden besproken. En dat ze bijvoorbeeld in het dashboardkastje van de monteurs komen te liggen. We vragen ook monteurs om mee te schrijven aan deze boekjes, zodat ze leesbaar zijn voor de uitvoerders, zonder hoogdravende taal.”

Nieuwe ontwikkelingen

Daarnaast draagt de website Praktijkcodes Drinkwater bij aan het bewustzijn. Hier kan iedereen de laatste ontwikkelingen volgen en de codes raadplegen. Binnenkort zullen daar de richtlijnen voor de omgang met chemicaliën in de drinkwaterbereiding en voor de verwijdering van methaan uit water aan toegevoegd worden. En daar zal het niet bij blijven, belooft Meerkerk. “Er zijn allerlei zaken waar nog niemand een antwoord op weet. Zo vraag ik mij bijvoorbeeld af hoe lang je water in een drinkwaterkelder kan bewaren voordat het bederft. In zo’n kelder zitten duizenden kuubs water. Moet ik het na een dag weggooien of na een maand? Neem een kelder, zet er een paar honderd kuub water in en ga monsters nemen. Daar komt een conclusie uit. Dat soort vragen moeten we gaan vertalen naar nieuwe codes.”

Dit artikel is een aflevering in de reeks BTO Impactverhalen. Dit zijn verhalen over de resultaten van het Bedrijfstakonderzoek voor de waterbedrijven en het programma Water in de Circulaire Economie (WiCE).

delen