Nieuws

Designer drugs ontduiken de wet

Gebruik 3MMC zichtbaar in het riool

Jaarlijks komen in Europa tientallen nieuwe stoffen op de markt, die wél stimulerend, geestverruimend of verdovend werken, maar nog niet zijn opgenomen in de Opiumwet. Het verhandelen, gebruiken of in bezit hebben van deze stoffen is dan ook niet verboden. Zulke ‘designer drugs’ worden specifiek gemaakt en ontwikkeld om de werking van illegale drugs te imiteren. Recent kwam bijvoorbeeld 3-MMC in het nieuws, een variant op het in Nederland verboden 4-MMC (mephedrone of miauw miauw). Hoe zit dat – en wat leert rioolwateronderzoek ons over zulke nieuwe drugs?

Opiumwet

Onder de term ‘drugs’ verstaan we verdovende of geestverruimende, stimulerende middelen. De Opiumwet kent twee soorten drugs: ‘lijst 1’-stoffen (harddrugs) en ‘lijst 2’-stoffen (softdrugs). Het verhandelen, gebruiken of in bezit hebben van deze stoffen is verboden. Stoffen die niet op deze lijsten voorkomen, vallen dus ook niet onder de Opiumwet.

Designer drugs

Er zijn echter ook stoffen die wél stimulerend, geestverruimend en of verdovend werken, maar niet opgenomen zijn in de lijsten van de Opiumwet. Het verhandelen, gebruiken of in bezit hebben van deze stoffen is daarmee niet verboden. En dat is precies waar sommige producenten (‘designers’) handig gebruik van maken. Zij kijken naar de chemische structuur van de verboden stoffen met een bekende verdovende of stimulerende werking en veranderen die structuur met een paar – meestal simpele – chemische ingrepen. Ze verplaatsen bijvoorbeeld een stukje van het molecuul of vervangen het door een ander stukje. Of ze zetten een extra chemische groep aan het molecuul, zoals een chloor-, broom-, of fluoratoom of een methylgroep (-CH3). Zo blijft de basisstructuur van de stof (en naar ze hopen ook de werking) intact, terwijl de ‘nieuwe psychoactieve stof’ (NPS) niet op een van de lijsten van de Opiumwet voorkomt en dus vooralsnog niet verboden is.

Gebaseerd op populaire drugs

Het uitgangspunt voor de synthese van NPS is vaak de basis-molecuulstructuur van bekende en populaire drugs als amfetamine, fentanyl of tryptamine. Sommige nieuwe psychoactieve stoffen ontwikkelt de farmaceutische industrie in haar zoektocht naar nieuwe medicijnen, terwijl andere worden ontwikkeld door clandestiene laboratoria. De meeste zijn beschreven door Alexander and Ann Shulgin in zijn hun twee boeken: PiHKAL (over fenethyalmines) en TiHKAL (over de tryptamines). Daar staat precies in beschreven hoe je ze moet maken: een perfecte handleiding voor de chemische fabriek.

Europese markt

Het Europese agentschap voor drugs en drugsverslaving (EMCCDDA) in Lissabon houdt bij hoeveel nieuwe designer drugs er op de Europese markt verschijnen aan de hand van informatie van gebruikers, het bijhouden van de internetmarkt en informatie van handhaving en zorg. De onderstaande figuren uit het EMCDDA-jaarverslag 2020 laten zien dat er elk jaar tientallen unieke nieuwe stoffen op de markt verschijnen en dat het totaal aantal NPS op de Europese markt momenteel meer dan 400 bedraagt. Het EMCDDA definieert NPS als volgt: ‘een nieuw verdovend of geestverruimend middel in pure vorm of in een of ander product verwerkt dat niet opgenomen is in de drugsconventies van de VN, maar dat een zelfde bedreiging voor de volksgezondheid kan vormen als de stoffen die wél in deze afspraken worden genoemd’.

Wijziging Opiumwet onderweg

Wetgevende instanties lopen per definitie achter bij het eventueel verbieden van een NPS. Zodra een nieuwe stof is verboden kan de designer weer een andere stof, die erop lijkt, synthetiseren. In sommige landen is de wetgeving zodanig dat een NPS die een structuur heeft die afgeleid is van, of heel erg lijkt op een verboden stof, zelf ook verboden is. In andere landen, waaronder Nederland, is dat niet zo. De Nederlandse overheid is wel bezig met een wet die stofgroepen op de Opiumwet lijst I zet waardoor alle afgeleide stoffen van de basisstructuur in één keer verboden worden. De nieuwe Opiumwet zal naar verwachting pas in 2022 in werking treden.

Miauw miauw

Een goed voorbeeld van hoe de wetgeving in Nederland nu werkt, zijn de stoffen 4-MMC en 3-MMC. 4-MMC, ook bekend onder de naam ‘mephedrone’ of ‘miauw miauw’, is in Nederland verboden en staat op lijst 1 van de Opiumwet. De structuur lijkt sterk op methamfetamnine, beter bekend als crystal meth en ook de werking vertoont overeenkomsten.

Links de chemische structuur van 4-MMC. De CH3-groep onderaan links in het 4-MMC-molecuul is bij 3-MMC verplaatst naar een ander hoekpunt op de ring. Het linker molecuul is zoals gezegd verboden in Nederland, het rechter molecuul niet.

3-MMC is in 2021 regelmatig in het nieuws gekomen. Volgens het Trimbos Instituut is de drug sinds 2012 op de markt en zijn er duidelijke tekenen van een stijging in het gebruik van 3-MMC. 3-MMC valt onder de Warenwet en wordt ‘voor laboratoriumgebruik’ verkocht. Het kan ook gewoon besteld worden, bijvoorbeeld op internet. De chemische structuren van 3-MMC en 4-MMC verschillen een beetje (zie figuur), maar het zal ook bij een niet-toxicoloog geen verbazing wekken dat de werking van beide stoffen erg op elkaar lijkt, ook al zijn er verschillen.

Toename in gebruik

3-MMC is een stuk goedkoper dan cocaïne; het kost ongeveer tien euro per gram. Bijna 10 % van de ondervraagden in een studie van het Trimbos instituut zegt de drug het afgelopen jaar 3-MMC zeker een keer gebruikt te hebben. Het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum kreeg in 2018 tien keer een vraag over 3-MMC, in 2019 was dat 25 keer en in 2020 64 keer. Ook de politie zou volgens RTL-Nieuws een toename zien van het aantal meldingen die aan 3-MMC gerelateerd zijn. Vooral in Oost-Nederland zou de drug erg populair zijn onder jongeren aldus Een Vandaag en RTV Oost. Op basis van een risicobeoordeling van 3-MMC door het CAM (Coördinatiepunt Assessment en Monitoring nieuwe drugs) zal 3-MMC naar verwachting in het najaar van 2021 op Lijst II van de Opiumwet geplaatst worden. Op internet zijn alweer nieuwe legale varianten verkrijgbaar zoals 3-CMC, waarbij de methylgroep (-CH3) is vervangen door een chlooratoom.

Rioolwateronderzoek

KWR heeft in de afgelopen jaren regelmatig onderzoek gedaan naar het vóórkomen van drugs in rioolwater in drie grote steden in Nederland. Tot nu toe werden vooral de bekende drugs zoals cocaïne, amfetamine (speed), methamfetamine (crystal meth), THC (cannabis) en MDMA (ecstasy) onderzocht, maar incidenteel is ook naar NPS gekeken.

3-MMC en 4-MMC zijn in de huidige analyses nog niet goed te onderscheiden. In een eerste inventarisatie van metingen uit maart 2020 troffen we deze stoffen waarschijnlijk vooral 3-MMC) aan in het rioolwater van Amsterdam, regio Eindhoven en Utrecht. De meetmethode is uiterst gevoelig. Dit stelt ons in staat om lage concentraties in het rioolwater te meten van zeer beperkt gebruik, bijvoorbeeld enkele grammen in een kleine gemeente. De aangetroffen concentraties zijn vergelijkbaar met die van de nauw verwante drug methamfetamine (crystal meth). Dit suggereert dat het gebruik van deze drug eveneens vergelijkbaar is met het gebruik van crystal meth.

Rioolwateronderzoek toont het gebruik van 3-MMC/4-MMC aan en fungeert daarmee als een fijngevoelig instrument om de opkomst van deze – en andere – designer drugs op lokale of regionale schaal – en ook vroegtijdig – in beeld te krijgen.

delen