Artikel

Anders omgaan met water in de bebouwde omgeving

Wateroverlast bij stortbuien en aanhoudende droogte: het zijn twee uitersten die elke stedeling of dorpsbewoner in ons land herkent. Ook in 2020 hadden we hiermee te maken. “In de bebouwde omgeving moeten we anders omgaan met water”, zegt Marcel Paalman, onderzoeker bij KWR. Samen met partners boekte KWR afgelopen jaar flinke vooruitgang in een waterketenbrede circulaire aanpak.

 “De urgentie om in de bebouwde omgeving water vast te houden voor gebruik of hergebruik, hoef je niemand meer uit te leggen”, vindt Paalman, mede-coördinator van het onderzoeksprogramma Water in de Circulaire Economie (WiCE). In samenwerking met vele partijen maakte KWR in 2020 stappen om water aan het begin van ontwerpprocessen mee te nemen, en om met een nieuwe blik te kijken naar de waarden die dit oplevert. Met als conclusie: de bebouwde omgeving vraagt om een kortere circulaire waterketen.

Wateropgaven in de bebouwde omgeving

Behalve de balans tussen water vasthouden en benutten, spelen in steden en dorpen nog andere wateropgaven, legt Paalman uit. “Voor het groen is met name in droge perioden water nodig. Die behoefte aan groen en water hangt ook samen met het beperken van hittestress.  Daarnaast lopen drinkwaterbedrijven in een warme zomer aan tegen de grenzen om voldoende drinkwater te kunnen leveren. Ze roepen op tot waterbesparing. Bijvoorbeeld door ander gedrag van de burger, het introduceren van waterbesparende maatregelen of door gebruik en hergebruik van water. Dan is de vraag: hoe pak je die opgave integraal aan?“

Nieuwe vormen van samenwerken

Oplossingen liggen in belangrijke mate op het technische vlak, en de kennis van KWR draagt hieraan bij. “Denk bijvoorbeeld aan regenwaterzuivering of nieuwe sanitatietechnieken, waarbij je afvalwater op lokale schaal kunt zuiveren voor lokaal gebruik”, zegt Henk-Jan van Alphen, onderzoeker bij KWR. “Daarmee kun je in potentie besparen op de capaciteit van grote zuiveringen.” Tegelijk ontstaat een fundamentele vraag: hoe vind je nieuwe vormen van samenwerken die zulke innovatieve watersystemen mogelijk maken? Het gaat dus om meer dan techniek alleen. Van Alphen licht toe: “Van oudsher zorgt het waterbedrijf voor aanlevering van drinkwater in een woonwijk. De gemeente voert dit water af, en het waterschap zorgt voor de zuivering. Maar als je het watersysteem op wijkniveau circulair maakt, moeten al die partijen om tafel gaan zitten. Waar houdt de verantwoordelijkheid van de een op, en waar begint die van een ander? Of moeten we kiezen voor een gezamenlijke aanpak?”

Brainport Smart District

Best ingewikkeld dus. En volgens zowel Van Alphen als Paalman perfect te illustreren aan de hand van een hoogtepunt uit 2020: de presentatie van het onderzoeksrapport van Brainport Smart District; een innovatieve wijk in Helmond met in het ontwerp veel aandacht voor een slim, circulair en veerkrachtig watersysteem. In het rapport staat omschreven hoe het circulaire watersysteem eruit kan zien. KWR coördineerde dit traject met experts van Brabant Water, waterschap Aa en Maas, waterschap De Dommel, provincie Noord-Brabant, gemeente Helmond en Stichting Brainport Smart District (BSD). BSD is een van de vier proeftuinen binnen het WiCE-thema ‘Waarde in de Keten’ dat de governance van de circulaire waterketen onderzoekt. Als coördinator van dit thema is Van Alphen enthousiast over de Helmondse proeftuin. “Door targets te stellen, zoals het bouwen van woningen die resulteren in minstens 40 procent waterbesparing, trek je duurzame en innovatieve projectontwikkelaars aan. Zij komen met plannen die op haalbaarheid moeten worden getoetst. Soms is daar aanvullend onderzoek voor nodig. Normaal gesproken geeft de gemeente bestekken uit, waarna de projectontwikkelaar gaat bouwen. Aan het eind van het ontwerpproces zijn de waterleidingen aan de beurt. Bij BSD komt de wijk helemaal integraal van de grond, inclusief het watersysteem. Dat is complexer dan ooit, en ook nog eens experimenteel. Werkt alles zoals we verwachtten? En hoe gaan de bewoners ermee om?” Na het onderzoeksrapport is het nu de beurt aan projectontwikkelaars en aannemers om de plannen verder te brengen.

Nieuwe kosten-batenanalyses

Van essentieel belang in de transitie naar circulair water in de bebouwde omgeving, is het opnieuw uitvinden van kosten-batenanalyses, onderstreept Van Alphen: “Omdat het huidige watersysteem zo efficiënt is, lijkt het erop dat je met een nieuwe aanpak altijd duurder uit bent. Maar zodra je extra waarden gaat meewegen, zoals het beschermen tegen wateroverlast of het terugdringen van hittestress, zou je weleens tot heel andere conclusies kunnen komen.” De positie van KWR als onderzoeksinstituut maakt het mogelijk om op een heldere en onderbouwde manier verschillende waarden in kaart te brengen. “Als wetenschappers hoeven we niet vanuit bepaalde taakopvattingen te redeneren”, vult Paalman aan. “Daarmee helpen we anderen om over hun eigen schutting heen te kijken. Een heel nieuwe manier van werken, die we samen in de toekomst steeds beter in de vingers zullen krijgen.”

delen