Nieuws

Schadelijkheid en gezondheidsrisico’s van stoffen steeds beter te voorspellen

Nieuwe ontwikkelingen rond gebruik bioassays voor toxicologie en risicobeoordeling

Dankzij voortschrijdende ontwikkeling en onderzoek zijn de schadelijkheid en gezondheidsrisico’s van stoffen in water steeds beter te voorspellen. KWR volgt deze ontwikkelingen, draagt eraan bij en past de resultaten toe op actuele waterkwaliteitsvraagstukken. In het afgelopen jaar zijn bijvoorbeeld vier onderzoeksprojecten afgerond waarvan de uitkomsten direct toepasbaar zijn in de praktijk. Zo zijn effectgerichte metingen met behulp van bioassays van toegevoegde waarde voor zowel bronnen en zuivering van drinkwater als de beoordeling van waterhergebruikstoepassingen. Specifiek voor het meten van DNA-schade (genotoxiciteit) zijn handvatten gegeven voor het gebruik van meerdere bioassays. Daarnaast zijn twee methodieken toepasbaar gemaakt voor de verfijning van de beoordeling van stoffen op risico’s voor de menselijke gezondheid bij waterkwaliteitsvraagstukken.

Bioassays zijn effectieve hulpmiddelen om te onderzoeken of stoffen in water nadelige effecten op de menselijke gezondheid kunnen hebben. Binnen en buiten KWR worden voortdurend betere methoden ontwikkeld om bioassays in te zetten. Onderzoek uitgevoerd binnen TKI Watertechnologie en binnen het WiCE-programma heeft bijvoorbeeld laten zien dat bioassays veel toegevoegde waarde bieden bij het beoordelen van mogelijkheden voor waterhergebruik.

Ontwikkelingen in bioassays

Binnen het WiCE-onderzoek en in recent DPWE-onderzoek dat KWR uitvoerde samen met het Waterlaboratorium in het DPWE-programma is specifiek gekeken naar DNA-schade als gevolg van chemische verontreinigingen (genotoxiciteit). Er zijn verschillende manieren waarop dergelijke DNA-schade kan ontstaan, daarom is er nu een set van verschillende bioassays voorgesteld om de genotoxiciteit te beoordelen op grond van meerdere manier waarop DNA-schade kan ontstaan.

Niet-levenslange blootstelling en onzekerheden

Bij het inschatten of stoffen een risico vormen voor de menselijke gezondheid, bestaat de eerste stap van oudsher uit het bekijken van de beschikbare toxiciteitsgegevens na levenslange blootstelling, zoals te vinden in databases en literatuur. Maar er is lang niet altijd sprake van levenslange blootstelling, er zijn ook situaties waarin de blootstelling kortdurend is. Bij de inschatting worden onzekerheidsfactoren meegenomen om een ruime marge in te bouwen voor mogelijke variatie tussen individuen (verschillende mensen) en voor de vertaling van de toxiciteit die wordt gemeten in modelorganismen naar toxiciteit voor de mens. Deze onzekerheidsfactoren, kunnen leiden tot conservatieve waarden voor veilige blootstelling. Wanneer uit de eerste inschatting blijkt dat er mogelijk een gezondheidsrisico kan optreden, is vervolgonderzoek nodig. KWR heeft binnen het BTO-programma twee methodieken toepasbaar gemaakt voor de verfijning van de beoordeling van stoffen op een risico voor de menselijke gezondheid bij waterkwaliteitsvraagstukken. Eén methodiek richt zich op risicobeoordeling van niet-levenslange blootstelling (less-than-lifetime), de ander richt zich op het beter rekening houden met onzekerheden om tot een nauwkeurigere risicobeoordeling te komen (probabilistische risicobeoordeling).

Bioassays en risicobeoordelingsmethodieken effectiever in te zetten

Dankzij deze nieuw ontwikkelde kennis kunnen bioassays effectiever worden ingezet en zijn er voor waterrelevante stoffen nu methodieken voorhanden om de blootstelling aan een stof en het mogelijke gezondheidsrisico beter en preciezer in te schatten. Dit laatste onderzoek is onder meer beschreven in een artikel dat recent een H2O-prijs kreeg.

delen