project

WKO/UV: Energiek saneren

Wereldwijd is het grondwater in binnenstedelijk gebied op veel plekken verontreinigd, veelal door (voormalige) industriële activiteiten. Zuivering van dat water kan vereist zijn vanwege regelgeving en/of het nieuwe gebruik van deze gebieden. Toepassing van fotolyse met behulp van UV-straling is mogelijk een effectieve manier om dergelijke verontreinigingen om te zetten in biologisch beter afbreekbare stoffen. Daarnaast wordt warmte-koude opslag, ook wel WKO-systemen genoemd, meer en meer toegepast binnen dit soort gebieden met verontreinigd grondwater. Door toepassing van een combinatie van WKO en UV als zuiveringstechniek kan mogelijk enerzijds het verontreinigde grondwater worden gezuiverd en anderzijds efficiënt energiegebruik worden bevorderd.

Technologie

Organische verontreinigingen in (grond)water kunnen soms worden omgezet door middel van fotolyse, bijvoorbeeld met behulp van UV-straling. Bij dit project werd onderzocht of een gesloten UV-systeem kan worden gecombineerd met een WKO-installatie. Op deze manier is het mogelijk het grondwater non-intrusief te saneren en tegelijkertijd energie op te wekken.

Uitdaging

Een UV-reactor is ingebouwd in een bestaand WKO-systeem. In deze installatie is de omzetting van chloorhoudende organische verontreinigingen bestudeerd en is onderzocht onder welke omstandigheden deze omzetting optimaal is. Daarnaast is een mobiele UV-installatie geplaatst bij enkele peilbuizen waar andere typen en concentraties verontreinigingen voorkomen. Tevens is een literatuuronderzoek uitgevoerd om te kunnen voorspellen wat de invloed is van de behandeling van grondwater met UV-straling op de biologische afbraakprocessen in de bodem, en naar de mogelijke vorming van (mogelijk schadelijke) bijproducten.

Resultaat

Het idee was dat terwijl met behulp van een WKO-installatie energie wordt gewonnen uit verontreinigd grondwater, tegelijkertijd het water wordt gesaneerd door de verontreinigingen door middel van fotolyse af te breken en om te zetten in onschadelijke of beter biodegradeerbare stoffen. Helaas bleek dat fotolyse van de verontreinigingen die aanwezig waren op de proeflocaties slechts tot een geringe afbraak van deze stoffen leidde. Blijkbaar kan deze technologie minder efficiënt worden toegepast bij grondwaterverontreinigingen met relatief kleine chloorhoudende koolwaterstoffen als vinylchloride en dichlooretheen. Bij bijvoorbeeld perchlooretheen en trichlooretheen is het systeem effectiever. Verder bleek dat er grote variaties voorkomen in zowel het debiet als de samenstelling van het water.