Artikel

Schatgraven in de vernieuwde REWAB-database

De tool waarmee waterbedrijven kunnen voldoen aan wettelijke kaders voor metingen aan de drinkwaterkwaliteit is in 2021 vernieuwd. Met state-of-the-art software en een schat aan data, gekoppeld aan landelijke standaarden. KWR ontwikkelde het toegesneden softwareprogramma, verzorgde de projectleiding en het projectmanagement. Dankzij een uitstekende afstemming tussen alle belanghebbenden en binnen de kaders van tijd en geld, is REWAB klaar voor de toekomst.

REWAB, wat staat voor ‘Registratie opgaven van Drinkwaterbedrijven’, zag voor het eerst in 1992 het licht. Vanaf het eerste begin beheert KWR de digitale omgeving ervan. Het systeem helpt waterbedrijven de drinkwaterkwaliteit te monitoren, op de juiste manier en met de juiste frequentie. Er bestaat geen ander middel om dit volgens de wettelijke kaders te doen. Jaarlijks stellen de waterbedrijven met REWAB een voorgenomen meetprogramma op, dat zij voorleggen aan de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), een overheidsinstantie die onder toezicht staat van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Na het meetjaar zorgt elk waterbedrijf ervoor dat de gegevens in REWAB komen te staan. Vervolgens beoordeelt ILT samen met het RIVM of alles in orde is. Zo behouden drinkwaterbedrijven zicht op de drinkwaterkwaliteit en weten zij of eventuele aanpassingen nodig zijn.

Sneller en efficiënter

De laatste update van REWAB was tien jaar geleden. In opdracht van Vewin, de brancheorganisatie van de waterbedrijven, is de verouderde software vernieuwd. Het is weer veilig voor hackers. Maar REWAB 3 gaat veel verder dan dat, vertelt Marijn van Eupen, wetenschappelijk software engineer bij KWR en ontwikkelaar van de vernieuwde versie. “De database is geplaatst op een centrale server. Het draait niet langer op afzonderlijke werkstations bij de drinkwaterlaboratoria. Daardoor is het exporteren en importeren van bestanden verleden tijd. En behalve de waterbedrijven kunnen ook ILT en RIVM zo bij de data. Dat maakt REWAB sneller en efficiënter, maar ook veel transparanter.”

Voldoen aan nationale standaarden

Ook is in de vernieuwde REWAB een automatische koppeling gemaakt met de databases van de waterlaboratoria zelf, de zogenoemde Laboratorium Informatie Management Systemen (LIMS). Dit vergemakkelijkt het uitwisselen van gegevens en scheelt een hoop handmatig werk. Van alle data die in LIMS staan, filtert REWAB precies de parameters die nodig zijn voor de rapportage aan ILT. Een andere belangrijke vernieuwing wordt genoemd door Ton van Leerdam, onderzoeker bij KWR en projectmanager van de vernieuwde database. “Er bestaat nu een samenhang met de SIKB-parametercode.” Deze nationale standaard is bedoeld om op een eenduidige manier te kunnen communiceren over parameters, zoals chemische stoffen. Elke stof heeft een unieke code, zodat hierover geen verwarring bestaat. In REWAB staan ongeveer 3.000 van zulke parameters.

Schat aan data

Omdat al ruim dertig jaar lang in REWAB de gegevens van alle Nederlandse waterbedrijven worden opgeslagen, bevat het een schat aan waardevolle informatie, uitgespreid in de tijd. Met de update van de software is ook de datakwaliteit van de wettelijke gegevens tegen het licht gehouden, bijvoorbeeld om te kijken of er doublures in zitten, en of de meetfrequenties van stoffen er wel goed in staan. Aan de hand van deze betrouwbare set aan gegevens kunnen allerlei dwarsdoorsnedes worden gemaakt, bijvoorbeeld om onderzoek te doen naar effecten van het verbod op bestrijdingsmiddelen op het voorkomen hiervan in de watermonsters. KWR helpt graag om met modelleerwerk zulke gegevens uit de REWAB-goudmijn op te diepen, vertelt Van Leerdam. “Ik vraag me af of het voor de waterbedrijven wel duidelijk is over welke datarijkdom zij beschikken en welke mogelijkheden dit biedt.” Wel moet zorgvuldig met de data worden omgesprongen, waarvan het eigenaarschap ligt bij de waterbedrijven. Zo geeft Van Leerdam het voorbeeld van een universiteit die bepaalde parameters wilde gebruiken voor een epidemiologische studie. Uiterste zorgvuldigheid is dan geboden bij het trekken van conclusies, want deze mogen geen eigen leven gaan leiden. Daarom is een protocol opgesteld die vaststelt onder welke voorwaarden de data uit REWAB worden vrijgegeven. Zo behouden de waterbedrijven de regie.

KWR als spin in het web

Het vernieuwen van REWAB nam twee en een half jaar in beslag. Een tijdsduur die de grootste uitdaging ervan weerspiegelt: het komen tot een eindproduct waar alle belanghebbenden tevreden mee zijn. Alle Nederlandse waterbedrijven en waterlaboratoria, ILT en RIVM waren erbij betrokken. De Beheercommissie Overdracht Kwaliteitsgegevens (BOK) fungeerde als overlegorgaan. De BOK, gefinancierd door Vewin, bestaat al sinds het begin van REWAB. “In februari van dit jaar kwam de expertgroep voor de zeventigste keer bij elkaar”, zegt Van Leerdam, sinds kort secretaris van de BOK. Hij schetst hoe KWR, als een spin in het web, alles bij elkaar bracht om het project naar de eindstreep te brengen. Eens per maand was er een voortgangsoverleg met de opdrachtgever. Leo Hendriks, directeur van het Drentse waterbedrijf WMD en voorzitter van de Vewin stuurgroep Bronnen & Kwaliteit, nam deze rol op zich. De projectleiding bij KWR was in handen van Ronald Italiaander, teamleider van de laboratoria. Door duidelijke afspraken te maken en scherpe beslissingen te nemen, werd alles binnen de grenzen van tijd en geld gerealiseerd. Best een unicum binnen de wereld van softwareontwikkeling, vindt Van Leerdam. “Het was een geweldige samenwerking. De competenties van de mensen binnen het team waren de sleutel tot succes.”

Niet achteroverleunen

Het traject dat achter de rug ligt betaalt zich uit, vindt Van Eupen. Doordat hij stapsgewijs steeds iedereen heeft meegenomen, heeft laten proeven aan vernieuwingen in de database, en goed luisterde naar de wensen die hierbij naar voren kwamen, zijn de gebruikers blij met de nieuwe functionaliteiten. Maar tijd om achterover te leunen is er niet. “Bij KWR houden we de vinger aan de pols. Er is een protocol gemaakt om gemakkelijk nieuwe stoffen aan de database te kunnen toevoegen. Zo merken we dat PFAS-parameters steeds belangrijker worden, daar moeten we wat mee.” Ook wordt het komend jaar doorgewerkt aan het maken van factsheets. Dit zijn bronnen met achtergrondinformatie in begrijpelijke taal, waarvoor ook informatie uit REWAB wordt gebruikt. Voor beleidsmedewerkers en communicatieadviseurs zijn de factsheets handige documenten om bijvoorbeeld inzicht te krijgen in de herkomst van stoffen, hoe deze met zuiveringsprocessen kunnen worden verwijderd, en wat eventuele risico’s van de chemicaliën zijn. Volgens Van Leerdam voldoet de vernieuwde REWAB nu aan de hoogste kwaliteitseisen. Het gros van de wensen is gehonoreerd, het is sneller, gemakkelijker en flexibeler geworden. “Daar moeten we voorlopig mee vooruit kunnen.”

 

delen