Jaarbeeld 2015

Start onderzoek nanoplasticvervuiling binnenwateren

In 2015 startte een nieuw onderzoeksproject, mede gefinancierd door STW, dat in kaart brengt hoezeer de Nederlandse binnenwateren zijn vervuild met extreem kleine plastic deeltjes. In het project ontwikkelen wetenschappers van Wageningen University (WUR), Universiteit Utrecht en KWR nieuwe methoden om kennis over de plasticvervuiling op te bouwen.

Plasticvervuiling

Met de toekenning van de financiering gaf STW groen licht aan het onderzoeksproject, genaamd Technologies for the Risk Assessment of MicroPlastics (TRAMP). Het project moet de komende vier jaar antwoord geven op de vraag hoe je extreem kleine plastic nanodeeltjes kunt meten, in hoeverre Nederlandse zoetwatergebieden ermee vervuild zijn en hoe je de schadelijkheid daarvan kunt vaststellen. Ook willen de onderzoekers rekenmodellen ontwikkelen om te voorspellen hoe de mate van plasticvervuiling meebeweegt met de productie van plastics.

‘’Wij zien een grote behoefte aan meer duidelijkheid over plasticvervuiling’’, zegt prof. dr. Bart Koelmans, die het project leidt vanuit WUR. ‘’Veel mensen willen weten hoe groot het probleem is, waarom plastic deeltjes gevaarlijk zouden kunnen zijn en of het probleem ook in Nederland speelt.’’ Samen met de onderzoeksgroep van prof. dr. Annemarie van Wezel, verbonden aan Universiteit Utrecht en KWR, verwacht Koelmans met het TRAMP-project daar meer inzicht in te krijgen.

Rol van KWR

Van Wezel: “KWR draagt met name bij aan de meetmethode voor nanoplastic, aan begrip van gedrag/verwijdering in waterzuivering, en inzicht in humaanrelevante effecten (met behulp van bioassays). We willen ook via het collectieve onderzoek voor de waterbedrijven bij deze kennisontwikkeling aansluiten en de specifieke vertaling naar de drinkwatersector maken. Relatief nieuw is überhaupt de aandacht voor nanoplastic in zoet water, tot nog toe was er vooral aandacht in marien milieu.”

Nanoplastics

Al zo’n twee decennia zien wetenschappers allerlei watergebieden, met name oceanen, vervuild raken met plastic. De gevolgen voor het zeeleven zijn soms duidelijk zichtbaar. Dieren raken verstrikt in plastic netten en draden, of raken ondervoed omdat ze vooral plastic binnenkrijgen in plaats van voedsel. De gevolgen van plastic nanodeeltjes, die te klein zijn om met een standaard microscoop waar te nemen, zijn echter grotendeels onbekend. De deeltjes ontstaan wanneer plastic in het milieu langzaam maar zeker uiteenvalt tot steeds kleinere stukjes. Waarschijnlijk gebeurt dat niet alleen in zeewater, maar ook in zoet water.

Wetenschappers vermoeden dat dergelijke ‘nanoplastics’ gezondheidsrisico’s met zich meebrengen. Een mogelijk gevaar is dat nanoplastics zich ophopen in planten of dieren, en uiteindelijk in onze voedselketen terechtkomen. Bovendien kunnen nanoplastics waarschijnlijk gemakkelijk schadelijke stoffen aan zich binden, en weer loslaten zodra ze in ons lichaam terechtkomen.

Grote groep onderzoekspartners

Tot nu toe zijn nanoplastics alleen onderzocht in kleinschalige studies. “TRAMP is het eerste nanoplasticsproject dat op zo’n grote schaal te werk gaat”, zegt Koelmans. Het programma is niet alleen omvangrijk omdat het nanoplastics zowel meetbaar als voorspelbaar wil maken. Bijzonder aan TRAMP is ook de grote groep onderzoekspartners die, naast STW, fors in het project investeert. De groep bestaat uit acht waterschappen, het ministerie van Infrastructuur en Milieu, STOWA, IMARES, NVWA, RIKILT en RIWA. Gedurende het project zullen deze partijen, samen met onderzoeksinstituut Deltares, betrokken blijven bij het project en uiteindelijk de uitkomsten ervan kunnen toepassen.

TRAMP werd gehonoreerd binnen het Open Technologieprogramma van STW. Het Open Technologieprogramma is een van de financieringsinstrumenten waarmee STW nieuwe technologie met economische en maatschappelijke waarde mogelijk maakt.

delen