Nieuws

Innoveren doe je samen

Voor de drinkwaterbedrijven speelt innovatie een steeds belangrijkere rol in hun strategie. Zeker nu in de afgelopen jaren steeds nieuwe kennisvragen opduiken over dreigende watertekorten, opkomende stoffen en andere maatschappelijke uitdagingen. Tijd om experts te vragen hoe zij aankijken tegen innoveren in Waterwijs-verband.

Natuurlijk moet innoveren geen doel op zich zijn, vindt Arjan Driesprong, directeur van Oasen. “Als innovatie is gekoppeld aan vraagstukken uit ons primaire proces, zoals het verwijderen van PFAS, is dat bijzonder zinvol. Dat wordt ook van ons verwacht.” Een veranderende wereld, veranderingen in het water zelf, de mensen, de systemen en de technologie; het zijn allemaal aanleidingen voor innovatie om op in te spelen.

De opsomming komt van Tico Michels, innovatiemanager bij Brabant Water. “Als je niet innoveert, ben je niet aantrekkelijk voor nieuwe medewerkers. Of de autoriteit komt naar je toe en zegt: je hebt de boel niet op orde. Bovendien hebben we als drinkwatersector een rol in het stimuleren van technologieontwikkeling. Genoeg redenen om altijd vooruit te blijven kijken. Samen met technologiebedrijven en onderzoeksinstellingen vormen we een ecosysteem dat onze sector steeds beter maakt.” 

Innovatie door de hele organisatie heen

Waar innovatie in de organisatie is belegd verschilt van geval tot geval, lichten Arjan en Tico toe. Bij een relatief klein drinkwaterbedrijf zoals Oasenis er geen aparte afdeling of een innovatiemanager“Innovatie zit bij ons door de hele organisatie heen, omdat het aan alles raakt”, zegt Arjan. “Zet je het apart, dan moeten die mensen heel dicht op de business zitten. Anders leidt het tot niets.” 

Het belang dat innovatie niet van één persoon is, wordt onderstreept door Tico. Hij is weliswaar de enige innovatiemanager bij het grotere Brabant Water, maar heeft hierin een plek náást de organisatie. Dit betekent dat hij voor het hele bedrijf met innovatie bezig is, met linking pins overal dwars doorheen: collega’s die voor verbinding zorgen. Tico: “Mijn functie bestaat nu drie jaar. Dit geeft aan hoe nieuw het is. Deze ontwikkeling wordt ingegeven door de urgentie van alles wat op ons afkomt. We passen onze strategie hierop aan. Door innovatie te koppelen aan de richting die je als organisatie op wilt, ontdek je of je klaar bent voor de toekomst. 

“Door innovatie te koppelen aan de richting die je als organisatie op wilt, ontdek je of je klaar bent voor de toekomst.”
Tico Michels, Brabant Water
Tico Michels, Brabant Water

Sterke schouders als koplopers

Voortbordurend op de verschillen tussen grotere en kleinere drinkwaterbedrijven binnen Waterwijs, zijn Arjan en Tico het erover eens dat de sterkere schouders koplopers in innovatie mogen zijn. “Bij Oasen hebben we een tijdlang veel geïnvesteerd in membraantechnologie”, vertelt Arjan. “Maar met driehonderd medewerkers blijven we kleine spelers. Daarom geloof ik dat je het samen moet doen. Dat je met elkaar de vraagstukken aanlevert en dat de grotere bedrijven opstaan en zeggen: wij hebben de slagkracht om dit op te pakken. Het zou heel jammer zijn als je elkaar hierin beconcurreert of de kennis niet deelt.”

Ook Tico ziet dat iedereen te maken heeft met de eigen mogelijkheden en grenzen. Innovatie en onderzoek zijn belangrijk, maar andere opgaven ook. “Bij Brabant Water werken duizend mensen”, zegt hij. “In verhouding zijn wij meer in de gelegenheid om innovaties uit te testen. Bovendien gaat diin bepaalde gevallen ook vaak sneller, dan wanneer je het samen doet. Zo hebben wij in de toepassing van de digitale tweeling van het leidingnet het voortouw genomen. Dit is een digitale kopie van ons 20.000 kilometer lange leidingnet en helpt ons om slimmer en sneller in te spelen op uitdagingen. Wel vind ik dat collega-bedrijven zoveel mogelijk moeten meekijken en niet achteroverleunen. We kunnen veel van elkaar leren. Iedereen heeft hierin een eigen rol.” 

Een boost geven aan kennisontwikkeling

Toch vallen kanttekeningen te plaatsen bij samenwerken en innovatie, vertelt Anne Mathilde Hummelen, programmamanager Waterwijs en programmadirecteur TKI Watertechnologie. “Binnen TKI Watertechnologie werken we met kennispartijen, bedrijven en eindgebruikers”, vertelt zij. “Bij zulke projecten zie je vaak dat innovaties starten vanuit een kleine kern; een ondernemend persoon die een idee verder wil brengen. Als je bij zo’n innovatie wilt samenwerken met iedereen, denk ik niet dat het werkt. Dat is te ingewikkeld.”

Vanwege haar positie binnen TKI zit Anne regelmatig aan tafel bij het ministerie van Economische Zaken en van Infrastructuur en Waterstaat. Daar ziet zij juist ook de wens om in groter verband kennisvragen te programmeren. “Wat wij binnen Waterwijs doen, is voor veel meer partijen interessant dan alleen voor de drinkwaterbedrijven”, vindt zij. “Ook voor de waterschappen. Ook voor de nationale overheid. En ook voor andere sectoren dan de watersector. Opdrachtgevers zouden voor zichzelf de ruimte moeten creëren om samen te werken met kennispartijen buiten hun vaste kring. Voor mijn gevoel zit er meer potentie in het effectiever werken aan onze kennisontwikkeling. Als we beter zouden delen wat iedereen doet, kunnen we die kennisontwikkeling een boost geven.” 

“Wat wij binnen Waterwijs doen, is voor veel meer partijen interessant dan alleen voor de drinkwaterbedrijven.”
Anne Mathilde Hummelen, Waterwijs, TKI Watertechnologie
Anne Mathilde Hummelen, Waterwijs, TKI Watertechnologie

Nieuw hoofdstuk

Eigenlijk is de drinkwatersector bezig een nieuw hoofdstuk te schrijven in de honderdjarige geschiedenis, blijkt uit het gesprek met de expertsHet hoofdstuk met de titel: opereren en innoveren in een steeds complexere omgeving. “Vanwege onze enorme opgaven moéten we samenwerken, noodzakelijkerwijs geldt dat ook voor onderzoek en kennisuitwisseling”, vindt Arjan. “Tot een jaar of tien geleden konden we heel goed op onze eigen winkel passen. Maar we bevinden ons nu in een heel nieuw domein. Het gaat om nieuwe zuiveringen, nieuwe winningen, woonwijken die wel of niet kunnen worden aangesloten. Ik heb vraagstukken zoals: wat doen waterschappen met hun zuivering? Hoe gaan zij om met Europese richtlijnen voor stedelijk afvalwater? We kunnen niet langer alleen op onze eigen kennis en materialen leunen.” 

Ook Tico merkt dat drinkwateropgaven steeds meer samen met de omgeving worden opgepakt. “Daarom zie je bijvoorbeeld dat de belangstelling voor het programma Water in de Circulaire Economie flink groeit”, zegt hij. “Want hierin zijn externe partijen aangehaakt.” 

“Vanwege onze enorme opgaven moéten we samenwerken, noodzakelijkerwijs geldt dat ook voor onderzoek en kennisuitwisseling.”
Arjan Driesprong, Oasen
Arjan Driesprong, Oasen

Het anders durven doen

Innovatie in de drinkwatersector brengt nog wel de nodige uitdaging met zich mee Een drinkwaterbedrijf is in de kern een beheersorganisatie, gericht op het voorkomen van risicos en Waterwijs helpt om vanuit onderzoek inzichtelijk te maken waar problemen en oplossingen zitten voor de langere termijnWe werken als drinkwatersector doorlopend aan het verbeteren van onze processen”, vertelt Tico. “Dat is logisch, want de drinkwaterkwaliteit moet gegarandeerd blijven. Maar innoveren is meer dan verbeteren, het is vernieuwen. Je komt met andere technologieën, andere systemen. Mensen moeten anders gaan denken en werken. Ze moeten uit de huidige werkwijze komen en durven om het gewoon anders te gaan doen. Dat vraagt om een nieuw soort DNA. Drinkwaterbedrijven hebben een heel mooie positie. We kunnen echt maatschappelijke impact maken. Als we naar innovatie leren kijken als die ene druppel water die we steeds opnieuw kunnen inzetten, vraagt dit dat we uit onze comfortzone stappenWat ik ons toewens, is een florerend onderzoeks– en innovatie-ecosysteem. Als de mensheid naar de maan kan reizenmoet dit ook mogelijk zijn. 

delen